project - EIP-AGRI Operational Group
Long live the milkcow!
Lange Leve de Melkkoe!
Contexte
Vroegtijdige afvoer De melkveesector in Nederland wordt gekenmerkt door een veestapel met een relatief lage leeftijd. Gemiddeld wordt een melkkoe in Nederland na iets meer dan drie lactatieperiodes geslacht. Onderzoek toont echter aan dat de melkopbrengst bij koeien piekt rond de zes à zeven lactatieperiodes en ook daarna hoog blijft. Dit terwijl het vroege slachten geen hogere opbrengst voor het vlees van de melkkoe oplevert. De Nederlandse melkkoe leeft gemiddeld slechts vijf tot zes jaar, nog niet de helft van de leeftijd die zij kan bereiken. Er zijn drie specifieke redenen voor deze vroegtijdige afvoer: verminderde vruchtbaarheid, klauwproblemen en problemen met de uiergezondheid. Deze problemen ontstaan voor een belangrijk deel door de suboptimale hygiëne in de stallen. De hygiëne wordt negatief beïnvloed door mestvervuiling in de stallen, vervuiling van waterleidingen in de stal, de aanwezigheid van ongedierte en de vaak ruwe vloeren en wanden waardoor klauwbeschadiging ontstaat. Tevens nestelen bacteriën en schimmels zich graag in de holtes in deze ruwe materialen en in de poreuze oppervlakten in de stal.
Bovenstaande zaken resulteren in een verhoogde infectiedruk. Om de kosten die samenhangen met gezondheidsproblemen en kwalen als gevolg van deze infectiedruk te voorkomen, worden de koeien daarom vaak op relatief jonge leeftijd afgevoerd. Tegelijkertijd daalt het aantal bedrijven met melkkoeien in Nederland. In Nederland is in de periode 1980-2016 het aantal melkveebedrijven gedaald van 49.300 tot bijna 18.000. Dit leidt tot schaalvergroting, waardoor het gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf in de melkveehouderij sector de laatste jaren is gestegen van 38 in 1980 tot 97 in 2016.
Objectives
In this project, the project partners are developing an educational program in which dairy farmers,
farm visitors and other relevant parties are informed about hygiene in the dairy farm. In
this educational program, information is provided about the possible consequences of substandard
hygiene and demonstrations are given of innovative techniques and resources that can help farmers
to organize their business operations hygienically and sustainably. The project thus forms
a unique combination of a didactic approach about the theory behind disease pressure,
infection and contamination risk and a pragmatic approach full of tools for the farmer to limit these
risks as much as possible.
Objectives
De projectpartners geven in dit project een educatieprogramma vorm waarin melkveehouders, erfbetreders en andere relevante partijen worden voorgelicht over hygiëne in het melkveebedrijf. In dit educatieprogramma wordt voorlichting gegeven over de mogelijke gevolgen van ondermaatse hygiëne en worden demonstraties gegeven van innovatieve technieken en middelen die veehouders kunnen helpen hun bedrijfsvoering hygiënisch en duurzaam in te richten. Het project vormt hiermee een unieke combinatie van een didactische aanpak over de theorie achter ziektedruk, infectie- en besmettingsgevaar en een pragmatische aanpak vol handvatten voor de veehouder om deze risico’s te beperken.
Activities
The activities that will be carried out in this project are divided into seven work packages:
1. Project management
2. Education consequences of poor stable hygiene
3. Demonstration of stable hygiene
4. Demonstration of hygienic feed and drinking water
5. Demonstration of pest control
6. Demonstration of claw health
7. Demonstration of new knowledge
8. Knowledge dissemination.
Activities
De activiteiten die zullen worden uitgevoerd in dit project zijn opgedeeld in zeven werkpakketten:
1. Projectmanagement
2. Educatie gevolgen slechte stalhygiëne
3. Demonstratie stalhygiëne
4. Demonstratie hygiënisch voer en drinkwater
5. Demonstratie ongediertebestrijding
6. Demonstratie klauwgezondheid
7. Demonstratie nieuwe kennis
8. Kennisdisseminatie
Project details
- Main funding source
- Rural development 2014-2020 for Operational Groups
- Rural Development Programme
- 2014NL06RDNP001 Plattelandsontwikkelingsprogramma voor Nederland 2014-2020 (POP3)
Emplacement
- Main geographical location
- Zuidoost-Noord-Brabant
EUR 630578.14
Total budget
Total contributions from EAFRD, national co-financing, additional national financing and other financing.
Project keyword
1 Practice Abstracts
Almost all intended activities (in 8 work packages), as stated in the project plan, were carried out during the project period.
- The demonstration and education areas were set up for WP 2 to 7 at the demonstration companies.
- The physical demonstration tools were embedded in tours and workshops for WP 2 to 7, so that participants not only get the theoretical background, but also experience what optimising hygiene pillars can mean. Education and demonstration sessions were carried out both physically and digitally (due to corona measures).
- A reference work (white paper) was written to explain the relationship between hygiene, antibiotic use and antimicrobial resistance. - An animated film was made - for educational purposes - to describe the effects of poor hygiene (including a parallel to the human situation in the 19th century and infectious diseases).
- Two modules were created to demonstrate the effects of pore-free surfaces on cleaning and infection pressure; a test section on the slatted floor and an ‘offline’ setup with coated and uncoated concrete surfaces.
- A module for optimising walking lines (biosecurity) and stable layout was realised in the demonstration area.
- The education module for safe feed and drinking water supply was realised on the walkway in the demonstration stable, allowing visitors to experience a practical explanation and real-time demonstration.
- A box with individual cow recognition for demonstration of nutritional supplements was realised, so that dairy farmers and advisors gained insight to – in addition to reducing the infection pressure – specifically steer towards increasing the resistance of cows.
- The modules for pest control were realised in collaboration with Bird Control Group and Agro Pest Control.
Bijna alle beoogde activiteiten (in 8 werkpakketten), zoals vermeld in het projectplan, zijn tijdens de looptijd van het project uitgevoerd.
- De demonstratie- en educatieruimtes zijn ingericht voor WP 2 t/m 7 op de demonstratiebedrijven.
- De fysieke demonstratietools zijn ingebed in rondleidingen en workshops voor WP 2 t/m 7, zodat deelnemers naast de theoretische achtergrond ook ervaren wat optimalisatie van hygiënepijlers kan betekenen. Educatie- en demonstratiesessies zijn zowel fysiek als digitaal (i.v.m. coronamaatregelen) uitgevoerd.
- Een naslagwerk (white paper) is geschreven om de relatie tussen hygiëne, antibioticagebruik en antimicrobiële resistentie toe te lichten.
- Een animatiefilm is gemaakt – ter educatie – om effecten van slechte hygiëne te beschrijven (incl. met parallel naar humane situatie in de 19e eeuw en infectieziekten).
- Twee modules zijn gerealiseerd om effecten van porievrije oppervlakten op schoonmaken en infectiedruk te kunnen demonstreren; een proefvak op de roostervloer en een ‘offline’ opstelling met gecoate en ongecoate betonnen oppervlakten.
- Een module voor optimaliseren van looplijnen (biosecurity) en stalinrichting is gerealiseerd in de demonstratieruimte.
- De educatiemodule voor veilige voer- en drinkwatervoorziening is gerealiseerd op de loopbrug in de demonstratiestal, waardoor bezoekers een praktische uitleg en realtime demonstratie konden ervaren.
- Een box met individuele koeherkenning voor demonstratie van voedingssupplementen is gerealiseerd, zodat melkveehouders en adviseurs inzicht hebben gekregen om – naast het verlagen van de infectiedruk –gericht te sturen op verhoging van weerstand van koeien.
Contacts
Project coordinator
-
Schippers Europe: Mitchell Barlage
Project coordinator
Project partners
-
Lauka Holding B.V., Harpie B.V., Bird Control Groep B.V.
Project partner