project - EIP-AGRI Operational Group

GREEN_AIR: Exchanging knowledge for healthier indoor and outdoor air
GREEN-AIR: Uitwisseling van groene kennis voor een gezondere binnen- en buitenlucht

To download the project in a PDF format, please click on the print button and save the page as PDF
Completed | 2016 - 2018 Belgium
Completed | 2016 - 2018 Belgium
Currently showing page content in native language where available

Objectives

The positive contribution of plants with respect to air quality is generally accepted, yet knowledge of effects of specific species is less known and investigated. The aim of GREEN-AIR is to collect scientific data of the air purifying and/or buffering effect of climate change of specific ornamental plants, this for indoor and outdoor applications. This knowledge results in an added value for the ornamental species (ecosystem services). The target group includes the ornamental sector, environmental and public gardens departments. 


Objectives

De positieve bijdrage van planten tot luchtkwaliteit is algemeen aanvaard, maar de kennis over wat specifieke species precies bijdragen is minder bekend en onderzocht. De doelstelling van GREEN-AIR is de bestaande wetenschappelijke kennis i.v.m. het luchtzuiverend en/of klimaatbufferend effect van specifieke sierplanten te bundelen, dit voor indoor en outdoor toepassingen. Deze kennis resulteert in een toegevoegde waarde van het sierteeltproduct (ecosysteemdienst). De doelgroep omvat de sierteelt- en groensector en milieu- en groendiensten. 


Activities

The methodology is primarily a literature survey. This survey will be supplemented with knowledge gaps for the sector, this in consultation with the target group. The study is redrafted in a comprehensible document for the target group and dissemination activities will be organised. 


Activities

De methodiek is gebaseerd op een literatuurstudie. Deze wordt aangevuld met een overzicht van kennishiaten voor de sector, dit in samenspraak met de doelgroep. De studie wordt vertaald naar een toepasbare tekst voor de doelgroep en disseminatieactiviteiten worden georganiseerd. 


Project details
Main funding source
Rural development 2014-2020 for Operational Groups
Rural Development Programme
2014BE06RDRP001 Belgium - Rural Development Programme (Regional) - Flanders
Location
Main geographical location
Arr. Gent

€ 33122

Total budget

Total contributions from EAFRD, national co-financing, additional national financing and other financing.

Currently showing page content in native language where available

3 Practice Abstracts

Air pollution can rise indoors, resulting in a loss of concentration, falling productivity and a negative effect on the health of the occupants (sick building syndrome).


Plants have the potential to remove air pollutants. In the 1980s, NASA investigated the potential of 12 popular pot plants for improving indoor air quality. This showed that practically all the plants investigated were able to remove a large part of the contamination.


The most important mechanisms of air filtration through plants are: uptake of dissolved pollutants by the plant roots; direct absorption of volatile substances (VOC) through the stomata; dissolving volatile substances through the cuticle; enzymatic degradation within the plant. The plant architecture also has an influence on the uptake and degradation of these substances. Leaf structure and the density of stomata play an important role. The higher this density and the more relief on the blade, the higher the efficiency.


Indoors, light is also important: the more light, the higher the removal rate. The potting soil also has an important contribution, the plant is supported by the microbiological populations around the roots.


Concrete figures about how many plants are needed to have an effect on indoor air quality are much harder to find. Five to six pot plants, with sufficient leaf mass, for a surface area of 10 m² are recommended.


Luchtverontreiniging kan binnenshuis aardig oplopen, met als gevolg een verlies aan concentratie, een dalende productiviteit en een negatief effect op de gezondheid van de inzittenden.


Planten bezitten het potentieel om polluenten te verwijderen. In de jaren ‘80 onderzocht NASA het potentieel van 12 populaire kamerplanten voor het verbeteren van de luchtkwaliteit binnenshuis. Hieruit bleek dat praktisch alle onderzochte planten in staat waren om een groot deel van de verontreiniging te verwijderen.


De belangrijkste mechanismen van filtratie door planten zijn: opname van opgeloste polluenten door de plantwortels; rechtstreekse opname van vluchtige stoffen via de huidmondjes; oplossen van vluchtige stoffen door de cuticula; enzymatische afbraak binnenin de plant. De plantarchitectuur heeft ook een invloed op de opname en afbraak van stoffen. Bladstructuur en de dichtheid van huidmondjes spelen hierbij een belangrijke rol. Hoe hoger deze dichtheid en hoe meer reliëf op het blad, hoe hoger de opname.


Binnenskamers is ook licht belangrijk: hoe meer licht, hoe hoger de verwijderingsgraad. Ook de potgrond heeft een belangrijke bijdrage, de plant wordt ondersteund door de microbiologische populaties rond de wortels.


Concrete cijfers over hoeveel planten nodig zijn om een effect op de luchtkwaliteit binnenshuis te geven zijn veel moeilijker te vinden. Vijf tot zes potplanten, met voldoende bladmassa, voor een grondoppervlak van 10 m² worden hierin aanbevolen.


Urbanization in Flanders has increased sharply and most urban designs are relatively vegetation-free. Due to this increasing urbanization, the urban environment is also changing: the urban heat island effect, increasing air pollution and changed noise and light regimes.


Air pollution is a collective term for components in the air that have negative effects on human health and the ecosystem. The composition is different depending on the source; an urban environment will have a very different composition of air pollution than a more rural environment. Green in the city can offer a solution to reduce certain of these disadvantageous aspects.


Trapping of atmospheric aerosol particles by urban trees is determined by many parameters but also by leaf characteristics. For example, the presence of hairs, the type of wax layer and the salts and ions on the leaf surface influence the deposition rate. Moreover, the complexity of the leaf shape is important. For example, genera with complex leaves such as Pseudotsuga or Fraxinus are better able to capture fine dust than genera with simply formed leaves. The most effective ornamental shrubs for collecting fine dust are in decreasing importance: Buddleja davidii> Viburnum opulus> Carpinus betulus> Quercus ilex> Viburnum lantana> Rosa rugosa> Sorbus aria> Aesculus hippocastanum> Pseudotsuga menziesii> Acer campestre. The least effective species are Populus alba <Alnus glutinosa <Larix kaempferi <Larix decidua <Plantanus x acerilifolia <Acer pseudoplatanus <Robinia pseudoacacia <Quercus palustris <Rosa canina <Liquidambar styraciflua.


De verstedelijking in Vlaanderen is sterk toegenomen en de meeste stedelijke ontwerpen zijn vrij vegetatieloos. Door deze toenemende verstedelijking verandert ook het stedelijk milieu: het stedelijk hitte-eilandeffect, toenemende luchtverontreiniging en gewijzigde geluids- en lichtregimes.


Luchtverontreiniging is een verzamelnaam voor componenten in de lucht die negatieve effecten hebben op de menselijke gezondheid en het ecosysteem. De samenstelling is verschillend afhankelijk van de bron; een stadsomgeving zal een heel andere samenstelling van luchtverontreiniging hebben dan een meer landelijke omgeving. Groen in de stad kan een oplossing bieden om bepaalde van deze nadelige aspecten te reduceren.


Fijn stofafvang door stadsbomen wordt door vele parameters maar ook door bladkarakteristieken. Zo zorgen bijvoorbeeld de aanwezigheid van haren, het type waslaag en de zouten en ionen op het bladoppervlak ervoor dat de depositiesnelheid wordt verhoogt. Bovendien is de complexiteit van de bladvorm van belang. Zo zijn genera met complexe bladeren zoals Pseudotsuga of Fraxinus beter in staat fijn stof af te vangen dan genera met eenvoudig gevormde bladeren. De meest effectieve sierheesters/bomen voor de afvang van fijn stof zijn in afnemend belang: Buddleja davidii > Viburnum opulus > Carpinus betulus > Quercus ilex > Viburnum lantana > Rosa rugosa > Sorbus aria > Aesculus hippocastanum > Pseudotsuga menziesii > Acer campestre. De  minst effectieve soorten waren Populus alba < Alnus glutinosa < Larix kaempferi < Larix decidua < Plantanus x acerilifolia < Acer pseudoplatanus < Robinia pseudoacacia < Quercus palustris < Rosa canina < Liquidambar styraciflua.


In this project, data are collected concerning extra functions that can be attributed to plants such as air purifying, therapeutic and climate-regulating effects. Via interactive sessions, a study day and a practice oriented brochure, these data are transferred to the ornamental sector (producers and other stakeholders). This will allow the Flemish ornamental grower to tailor his crops to a current social need, namely beneficial effects on the indoor and outdoor climate by plants. Thanks to this knowledge, the ornamental sector can place itself on the market not only as a producer of plants, but also providing ecosystem services by increasing the use of ornamental plants (both locally and internationally). The outcome of this project might lead to further diversification and production of specific ornamentals for both indoors and outdoors.


The landscaping sector also benefits directly from the project results. They are the requesting party to know which plants should be planted with respect to remove air pollutants in an urban environment. Green suppliers for buildings and constructors of vertical greenery or green roofs also receive objective information about the air-purifying effect of ornamental outdoor plants. In addition, local strategies for urban green-space planning incorporating ecosystem services of plants can use the scientific knowledge obtained in this study.


In dit project worden data verzameld over de extra functies die aan planten kunnen toegeschreven worden zoals luchtzuiverend, therapeutisch, klimaatregelend. Via interactieve sessies, een studiedag en een praktijkgerichte brochure worden deze data overgebracht naar de sector in de brede zin. Hierdoor kan de Vlaamse sierteler zijn teelten afstemmen op een actuele maatschappelijk behoefte, namelijk deze van een bevordering van het binnen- en buitenklimaat. Door deze kennis kan de sector zich bijkomend anders op de markt zetten (zowel lokaal als internationaal) en verwachten we ook een toenemende diversificatie en productie.


Ook de groenvoorzieningssector heeft een directe baat bij de projectresultaten. Zij zijn vragende partij om te weten hoe een aanplant in een stedelijke omgeving het meest optimaal kan gebeuren en met welke factoren er rekening gehouden dient te worden. Ook toeleveringsbedrijven van groen voor gebouwen en constructeurs van verticaal groen of groendaken bekomen objectieve informatie over de luchtzuiverende werking van hun product. Daarnaast kunnen milieudiensten en private en openbare aanbestedingen het integreren van groene elementen op een wetenschappelijke manier staven.


Currently showing page content in native language where available

Contacts

Project coordinator

  • Universiteit Gent, Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen

    Project coordinator

Project partners